Tot aan het begin van de oorlog vluchtten 10.000 duitse joden naar Nederland. Sommige werden toegelaten, anderen kwamen illegaal ons land binnen. De Nederlandse regering was niet van plan om geld uit te geven zodat deze mensen konden overnachten. De vluchtelingen trokken van de ene plek naar de andere. De regering bedacht dat het zo niet langer kon en ze hadden bedacht dat ze voor alle vluchtelingen een algemene plek zouden laten bouwen op de Veluwe bij Elspeet. De secretaris liet de minister van binnenlandsezaken weten dat hij  een vluchtelingenkamp vlakbij paleis 't Loo geen goed idee vond. Vervolgens dacht de regering dat Drenthe een goed plek zou zijn voor een vluchtenlingenkamp.